Hoe ga je tijdens je sollicitatiegesprek om met concrete vragen uit de praktijk?
Hoe stop je een olifant in een koelkast? Welk verkeersbord zou je zijn? Hoeveel pingpongballen passen er in een lijnbus?Sollicitanten zijn voor hun sollicitatiegesprek vaak als de dood voor gekke sollicitatievragen, maar in de realiteit zijn er vaak veel moeilijkere vragen. Die vragen gaan over de praktijk en hoe jij hierop zou reageren. Hoe bereid je je daar nu op voor?
Wat zijn die concrete vragen en waarom?
Vragen uit de praktijk worden gesteld om te kijken hoe jij met bepaalde situaties omgaat. Hoe werk je bijvoorbeeld in een team? Vaak worden deze vragen zo specifiek mogelijk gesteld. Simpelweg omdat je met een ‘breed’ gestelde vraag nog niet veel wijzer wordt.
Interviewer: ‘Hoe werk je in een team?’
Sollicitant: ‘Goed!’
Daar word je als werkgever ook niet veel wijzer van en als sollicitant is het weinig onderscheidend. Vaak zul je zien dat deze vragen veel specifieker gesteld worden.
Interviewer: ‘Kun je mij een voorbeeld geven van een conflict binnen een team waarin je werkte? En hoe ging je daarmee om?’
Sollicitant: ‘…’
En daar wordt het vaak moeilijk, want veel sollicitanten weten niet wat en hoe ze op zo’n specifieke vraag moeten antwoorden.
Realiseer je dat ieder bedrijf anders is
Voor ieder sollicitatiegesprek is het van belang dat je onderzoek naar het bedrijf en jezelf doet. Kom je bij een conservatief bedrijf vandaan en ga je naar een jonge en snelle club? Houdt daar dan rekening mee in de antwoorden die je geeft. Of anders gesteld, realiseer je dat sommige voorbeelden voor jou in de loop der jaren heel normaal zijn geworden, misschien komt dit op de interviewer echter heel anders over.
Maak het antwoord specifiek en spreek in resulaten
Algemene antwoorden zijn weinig onderscheidend. Dus hoe specifieker en resultaatgerichter je antwoorden zijn, des te overtuigender zijn ze in het sollicitatiegesprek. Een ezelsbruggetje hiervoor is om gebruik te maken van de SMART methode. Hiermee geef je tijdens het antwoorden antwoord op de volgende deelgebieden:
- Maak je antwoord zo specifiek mogelijk
- Meetbaar, spreek niet in termen van goed of beter, maar hang er een percentage of cijfers aan.
- Acceptabel, vraag je af wat acceptabel is voor het gesprek waar je inzit.
- Realistisch, plaats jouw antwoord in een context. Misschien kon je de relatie met je collega wel helemaal niet verbeteren.
- Tijdsgebonden, deed je er een jaar, een week of een dag over?